Het was van 1976 geleden dat ik mijn vriend Erik gezien had. Wij waren (over)buurjongens en beste vrienden. Maar vooral, we hadden het geluk om kind te zijn in een tijd waarin ouders hun kinderen nog op straat lieten lopen. En dat deden we dan ook. Na school, tijdens de vakantie, namen we onze fiets en gingen we op pad. Ik herinner me bijvoorbeeld nog dat we naar de ringvaart fietsten (waar nu de R4 ligt) en dat we dan de helling van de vaart ‘afdaalden’ om aan de rand van het water zitten. Of we gingen spelen in huizen in opbouw, speleologen in de kruipkelders van de nieuwe villa’s in de buurt. En er werd nogal wat gebouwd in de seventies! We kropen door de haag van zijn tuin rechtstreeks in de tuin van het Sint-Paulusseminarie. Spelen op verboden terrein! We zijn er ooit nog achterna gezeten door een boze non op een fiets. Enz.
In de boeken van Stephen King spelen kinderen vaak een belangrijke rol (vb in “It”). Die sfeer van een groepje vrienden dat allerlei avonturen beleeft herinnert me keer op keer aan mijn kindertijd en de avonturen met Erik. Bij ons was er natuurlijk niet zoveel 'horror' aanwezig...
Mijn verhuis naar Oostende maakte een einde aan onze vriendschap. En vorige donderdag wandelde hij het secretariaat van het UCT binnen om een pakje af te geven! Ik had al “gegoogeld” om hem terug te vinden en dan staat hij daar gewoon voor mijn neus.
Ondertussen hebben we getelefoneerd en hebben we afgesproken om volgende week samen te komen.