zaterdag, mei 24, 2014

Cette curieuse conception du Progrès qui impose que le malheur de quelques-uns devienne celui de tous.



De bizarre visie op vooruitgang die oplegt  dat het ongeluk van enkelen het ongeluk van ons allen moet worden...

Ik zie een analogie tussen het afgeschafte moederdagfeest in een school in Frankrijk (een school schaft het moederdagfeest af om 'gevoelige situaties te vermijden') en de onderwijshervorming bij ons.

In beide gevallen is het dezelfde  misvatting over progressiviteit die aan de basis van het vernietigen van waardevolle zaken ligt. 

Het is dezelfde opvatting die ervoor zorgt dat zogenaamd “progressieven” ons onderwijs op z’n kop willen zetten omdat er 6000 schoolverlaters zijn zonder diploma.  

Doe iets aan de 6000 schoolverlaters zonder diploma. Doe iets aan het aantrekkelijk maken van beroeps en technisch onderwijs. 

Maar los dit niet op door de lagere school nog eens twee jaar langer te laten duren. Want laat ons eerlijk wezen,  de brede eerste graad bestaat al: zes jaar lager onderwijs!

zondag, mei 04, 2014

Camping of Campus(school)? Een aberratie in het huidige onderwijsdecreet: het vervolg (met stemadvies)






In mijn vorige bericht vertelde ik over mijn initiatief om de politieke partijen aan te schrijven. 

Samengevat kwam mijn vraag er op neer of hun partij het onderwijsdecreet zodanig wou aanpassen dat kinderen van de lagere school opnieuw (zoals vroeger = tot 2011) voorrang zouden krijgen bij inschrijving in de middelbare afdeling van dezelfde school.

Ondertussen heb ik van alle* partijen een antwoord gekregen. Ik ben hen hier erg dankbaar voor. Eerlijk gezegd vreesde ik of ik in deze verkiezingstijd van iedereen antwoord zou krijgen. 

Tot mijn grote opluchting kreeg ik van alle partijen redelijk duidelijke en eerlijke antwoorden. En gelukkig zijn er toch enkele partijen die iets aan de onzin van de inschrijvingsregels willen veranderen! 

Over de gebruikte argumenten wil ik later nog wel iets kwijt.

Na grondige lezing is dit het resultaat:

Pro campusschoolvoorrang
  • NVA
  • Open VLD (met ruimte voor interpretatie?)
  • Vlaams Belang
Anti campusschoolvoorrang
  • CD&V
  • Groen
  • SP.a
We weten nu voor wie we kunnen stemmen als we enige schoolkeuzevrijheid willen behouden ;-)

De antwoorden staan hieronder in chronologische volgorde.

Mijn mail werd verzonden op zondag 16/03/2014

Maandag 17/3:  SP.a mailt dat ze gaan antwoorden.

Maandag 17/3: Antwoord van Vlaams Belang (Wim Wienen – lid van de Commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement)
Wat u overkomt, is verschrikkelijk en u bent spijtig genoeg niet alleen. De meerderheidspartijen in het Vlaams Parlement, CD&V, N-VA en SP.a hebben van het inschrijvingsdecreet een verschrikkelijk kluwen gemaakt waarin zelfs een kat haar jongen niet meer terugvindt. Bovendien hebben de verschillende wijzigingen aan het systeem van inschrijvingen verschillende perverse effecten, waarvan uw geval een van de schrijnende is.
Vlaams Belang heeft zich altijd tegen deze wijzigingen verzet. En we hebben zelfs gewaarschuwd voor de verschillende nefaste effecten. Een en ander vindt trouwens zijn oorsprong in het GOK-decreet waarmee men aan zogenaamde kansengroepen voorrang bij inschrijving geeft. De partijen die achter deze wijzigingen staan hebben dit ondermeer gedaan om de zogenaamde kampeertoestanden aan de scholen tegen te gaan. Dit weekend konden we echter zien dat ook dat probleem niet uit de wereld is geholpen. (Sint-Xaveriuscollege in Borgerhout)
De vorige en de huidige Vlaamse regering (met andere woorden N-VA, SP.a, CD&V en Open VLD) dragen hierin een verpletterende verantwoordelijkheid. Van Vlaams Belang mag u alleszins verwachten dat we de strijd tegen deze inschrijvingsprocedure blijven voeren. We deden dit in het verleden en blijven op geregelde tijdstippen dit probleem op de politieke agenda plaatsen. Ik vermoed dat wij, samen met u, er op rekenen dat we er in slagen deze nefaste regelgeving aan te passen.
Ik hoop u met dit antwoord van dienst te zijn.
Met vriendelijke groeten,
Wim Wienen


Maandag 17/3: Antwoord van SP.a (Fatma Pehlivan- lid van de Commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement)
Het is inderdaad zo dat het decreet de beslissing om voorrang te verlenen aan ‘campusleerlingen’ bij het LOP legt.
De filosofie achter het feit dat daar geen automatisch mechanisme van gemaakt is, is dat lagere scholen die geen secundaire school op dezelfde campus hebben, anders mogelijk benadeeld zouden zijn en alle mensen hun kinderen willen inschrijven in een lagere school met een secundaire school op dezelfde campus. Een andere reden is dat bij automatische doorstroom men leerlingen al op 3 jaar een schoolkeuze (met daarbij het aanbod aan studierichtingen in een secundaire school) laat maken voor 15 jaar lang en het is maar de vraag of dat wenselijk is.
U haalt in uw mail aan dat concurrentie de reden is waarom het LOP geweigerd heeft. Dat zou me sterk verbazen aangezien in het LOP alle netten en het middenveld vertegenwoordigd zijn en ze juist concurrentie tussen de scholen willen wegwerken.
Je kan me altijd bereiken om mijn gsm voor verdere vragen.
Ik wens je verder het allerbeste en ik hoop dat je zoon zal kunnen starten in de middelbare school van jullie keuze.

Woensdag 19/3:  CD&V mailt dat ze gaan antwoorden.

Donderdag 20/3: Antwoord van CD&V – twee identieke mails van Jos De Meyer en Kathleen Helsen (allebei lid van de Commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement)
Om ons standpunt op een goede manier te kunnen verduidelijken, probeer ik u – ook in naam van mijn collega-parlementsleden die u aanschreef – een korte schets te bieden van
hoe het inschrijvingsrecht ten aanzien van een aantal voorrangsgroepen is geëvolueerd naar aanleiding van de wijzigingen die het Vlaams Parlement heeft aangebracht in 2011.
In het decreet betreffende het inschrijvingsrecht heeft het Vlaams Parlement zich toen - vanuit de doelstelling om leerlingen zo gelijk mogelijke rechten op inschrijving te bieden bij de overgang van de lagere school naar de secundaire school – inderdaad gebogen over de vraag of en hoe ‘voorrangsgroepen’ daarbij een rol zouden kunnen spelen.
Een moeilijke vraag die voorlag was of we – voor het instromen in het eerste leerjaar van de eerste graad van het secundair onderwijs - een nieuwe (verplichte) voorrang zouden voorzien voor leerlingen die in het lager onderwijs ingeschreven waren in een school van een zelfde schoolbestuur die gelegen is op dezelfde campus als die van de secundaire school.
Het Vlaams Parlement – in het bijzonder de meerderheidspartijen N-VA, sp.a en CD&V – heeft uiteindelijk beslist om niet te voorzien in een verplichte voorrang voor die groep. De belangrijkste overweging daarbij was dat zo een verplichte voorrang negatieve neveneffecten zou opleveren.
Eén te verwachten negatief neveneffect was dat basisscholen die zich samen met een secundaire school op dezelfde campus bevinden zouden worden geconfronteerd met een oncontroleerbaar aanzuigeffect en andere scholen om dezelfde reden leegliepen, wat in tijden waar voldoende capaciteit een belangrijke zorg geen wenselijk vooruitzicht was.
Tegelijk zou dit hebben betekend dat leerlingen uit basisscholen die geen campusband hebben met een secundaire school - onder andere omdat ze gelegen zijn in meer landelijke gebieden waar er vaak helemaal geen aanbod secundair onderwijs is – minder rechten zouden hebben op het realiseren van hun optimale leer- en ontwikkelingskansen.
Voor de collega’s van Groen! en Open vld waren deze te verwachten neveneffecten trouwens de aanleiding om het voorzien van een voorrang gekoppeld aan de campusgedachte over de hele lijn uit te sluiten. 
De meerderheidspartijen – daarin gevolgd door het Vlaams Parlement – hebben gekozen voor een meer genuanceerde aanpak.
In niet-LOP-gebieden is bij de overstap van het lager onderwijs naar het eerste leerjaar van het secundair onderwijs een voorrang gekoppeld aan de campusgedachte uitgesloten.
In niet-LOP-gebieden – waar er een ruimer aanbod secundair onderwijs is en waar zich meer campussen waar basis- en secundair onderwijs samen gesitueerd zijn – hebben we de lokale actoren (het LOP secundair onderwijs en het LOP basisonderwijs) de mogelijkheid gegeven om – rekening houdend met de lokale context en de rechten en kansen van alle leerlingen uit het basisonderwijs – zelf te bepalen of er bij de overstap naar het eerste leerjaar van een secundaire school een voorrang kan worden voorzien voor leerlingen die al school liepen in een lagere school die zich op dezelfde campus bevindt.
Om het helemaal duidelijk te maken, verwijs ik naar een passage uit de omzendbrief “Inschrijvingsrecht en aanmeldingsprocedures in het secundair onderwijs”:
“Voorrang voor leerlingen van de ‘campusschool’
Een schoolbestuur met scholen gelegen binnen het werkingsgebied van een LOP en gelegen op een campus kan er voor kiezen om bij de overgang van het basisonderwijs naar het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs of naar het buitengewoon secundair onderwijs voorrang te verlenen aan de leerlingen van de ‘campusschool’.
Deze specifieke voorrangsgroep is voorzien omdat basisscholen en secundaire scholen van eenzelfde schoolbestuur én gelegen op dezelfde campus door zowel leerlingen en ouders als schoolbesturen als één school worden ervaren.
Het gaat hier niet om een bij decreet verplichte voorrangsgroep. Als een schoolbestuur deze voorrangsgroep wil gebruiken, dan moet het LOP secundair onderwijs er haar goedkeuring aan verlenen bij dubbele meerderheid na positief advies bij meerderheid van het betrokken LOP basisonderwijs of als er geen LOP basisonderwijs is, na positief advies bij meerderheid van de schoolbesturen van de lagere scholen en basisscholen gelegen in het werkingsgebied van het LOP secundair onderwijs.
De goedkeuring bij dubbele meerderheid binnen het betrokken LOP secundair onderwijs wordt bereikt wanneer enerzijds meer dan de helft van de aanwezige onderwijsparticipanten (directies en schoolbesturen gewoon secundair onderwijs, buitengewoon secundair onderwijs en CLB’s gelegen in het werkingsgebied van het LOP) en anderzijds meer dan de helft van de aanwezige niet-onderwijsparticipanten (vakorganisaties, ouderverenigingen, leerlingenraden, lokale socio-culturele en/of economische partners, organisaties van etnisch-culturele minderheden, verenigingen waar armen het woord nemen, integratiesector, onthaalbureau, schoolopbouwwerk) er hun goedkeuring aan verlenen.
Het positief advies bij meerderheid binnen het betrokken LOP basisonderwijs wordt bereikt wanneer het verleend wordt door enerzijds meer dan de helft van de aanwezige onderwijsparticipanten en anderzijds meer dan de helft van alle aanwezige participanten.”
In de geschetste context, is het niet onze intentie om de mogelijkheden om aan de campusgedachte een voorrangsgroep te verbinden op korte termijn te wijzigen.
We zijn van oordeel dat het in niet-LOP-gebieden niet aangewezen is om de mogelijkheid te voorzien, laat staan om een verplichte voorrangsgroep te ontwikkelen.
In LOP-gebieden behouden we de mogelijkheid – bij uitzondering - en gaan we ervan uit dat de lokale actoren die beter vertrouwd zijn met de lokale context het best kunnen beoordelen of van die mogelijkheid kan worden gebruik gemaakt.  Als lokale actoren van oordeel zijn om die mogelijkheid te gebruiken, dan kunnen campusleerlingen extra rechten krijgen. Als lokale actoren van oordeel zijn dat de lokale context dat niet toelaat, dan hebben alle leerlingen dezelfde rechten, ongeacht het feit of ze in het lager onderwijs waren ingeschreven in een school van hetzelfde schoolbestuur op dezelfde campus.
We zijn er ons van bewust dat ons standpunt wellicht niet datgene is waar u op had gehoopt, maar zijn van mening dat ook in pre-electorale tijden een eerlijk en duidelijk antwoord het meest aangewezen is. Tegelijk hoop ik dat we ook hebben kunnen aangeven waarom we tot ons standpunt zijn gekomen.

Dinsdag 25/3:  Open VLD mailt dat ze gaan antwoorden.

Vrijdag 28/3: Antwoord van Groen (Katrien Stynen, Medewerkster Elisabeth Meuleman, lid van de Commissie Onderwijs in het Vlaams Parlement)
Wij begrijpen uw bezorgdheid, maar hieronder waarom Groen niet voor deze campusvoorrang is:
 Campusvoorrang dwingt ouders om van in het begin voor de 'populaire' school, te kiezen, ten nadele van buurtscholen, kleine schooltjes zonder secundaire bovenbouw en ten voordelen van grote scholen op één campus. Als je bovendien voor een brede eerste graad wil gaan, dan kan je niet tegelijk ook voor campusvoorrang pleiten. Want ipv op latere leeftijd een studiekeuze te maken, gaan ouders dit al op kleuterleeftijd (moeten) doen, meteen al gericht op een latere middelbare school met haar specifieke aanbod.
 Daarom is Mevrouw Meuleman, net als Gents schepen Elke Decruynaere, en ook de Gentse Lop’s basis- én secundair onderwijs tegen het voorstel om een voorrangsregeling voor campusscholen toe te staan.

Zondag 13/4: Antwoord NVA (Koen Daniëls, raadgever onderwijs Geert Bourgeois)
Initieel was het doel van het inschrijvingsdecreet om fysieke wachtrijen –kamperen- door ouders tegen te gaan.  Bij de uitwerking echter is het dermate complex geworden dat het voor ouders verre van evident is te begrijpen hoe en wat en dat enige logica inderdaad soms zoek is.
Op pagina 37 kan je om die reden in het N-VA programma lezen :”We vereenvoudigen de inschrijvingsregels en geven de ouders zo meer vrijheid in hun schoolkeuze. Ouders kunnen hun kind maar in één school inschrijven; daarom worden alle aanmeldingen centraal geregistreerd. “
 Wat de situatie betreft die u aanhaalt, is het inderdaad het LOP (Lokaal Overleg Platform) dat al of niet akkoord gaat met een campusvoorrang.  In de betrokken omzendbrief is het als volgt geformuleerd  :
5.3.4. Voorrang voor leerlingen van de ‘campusschool’
Een schoolbestuur met scholen gelegen binnen het werkingsgebied van een LOP en gelegen op een campus (= een schoolbestuur met scholen waarvan één of meerdere vestigingsplaatsen gelegen zijn binnen eenzelfde of aaneensluitende kadastrale percelen, of gescheiden zijn door hetzij maximaal twee kadastrale percelen hetzij door een weg) kan er voor kiezen om bij de overgang van het basisonderwijs naar het eerste leerjaar van de eerste graad van het gewoon secundair onderwijs of naar het buitengewoon secundair onderwijs voorrang te verlenen aan de leerlingen van de ‘campusschool’.
Deze specifieke voorrangsgroep is voorzien omdat basisscholen en secundaire scholen van eenzelfde schoolbestuur én gelegen op dezelfde campus door zowel leerlingen en ouders als schoolbesturen als één school worden ervaren.
Het gaat hier niet om een bij decreet verplichte voorrangsgroep. Als een schoolbestuur deze voorrangsgroep wil gebruiken, dan moet het LOP secundair onderwijs er haar goedkeuring aan verlenen bij dubbele meerderheid na positief advies bij meerderheid van het betrokken LOP basisonderwijs of als er geen LOP basisonderwijs is, na positief advies bij meerderheid van de schoolbesturen van de lagere scholen en basisscholen gelegen in het werkingsgebied van het LOP secundair onderwijs.
De goedkeuring bij dubbele meerderheid binnen het betrokken LOP secundair onderwijs wordt bereikt wanneer enerzijds meer dan de helft van de aanwezige onderwijsparticipanten (directies en schoolbesturen gewoon secundair onderwijs, buitengewoon secundair onderwijs en CLB’s gelegen in het werkingsgebied van het LOP) en anderzijds meer dan de helft van de aanwezige niet-onderwijsparticipanten (vakorganisaties, ouderverenigingen, leerlingenraden, lokale socio-culturele en/of economische partners, organisaties van etnisch-culturele minderheden, verenigingen waar armen het woord nemen, integratiesector, onthaalbureau, schoolopbouwwerk) er hun goedkeuring aan verlenen.
Het positief advies bij meerderheid binnen het betrokken LOP basisonderwijs wordt bereikt wanneer het verleend wordt door enerzijds meer dan de helft van de aanwezige onderwijsparticipanten en anderzijds meer dan de helft van alle aanwezige participanten
Zoals u samen met mij kunt vaststellen moet zowel het LOP secundair onderwijs ALS het LOP basisonderwijs een campusvoorrang goedkeuren met een dubbele meerderheid, waarover dadelijk nog iets meer. Hoe is deze complexiteit tot stand gekomen ?
Voor ons als N-VA was een campusvoorrang logisch … een kind zit op een bepaalde school, dus het moet ook op die school kunnen blijven.  Onze coalitiepartners waren er echter niet van overtuigd en wilden eigenlijk geen campusvoorrang omdat ze vreesden dat basisscholen die geen secundaire campusschool hadden 2e keuze zouden worden en leegstromen.  Ouders zouden volgens hen bij een absolute campusvoorrang reeds de kleuterschool kiezen die voorrang geeft voor de secundaire school die ze 9 jaar later zouden wensen.  Die kans bestaat inderdaad, maar laat ons ook realistisch zijn : wie weet op 3 jaar al welke studierichting en pedagogische stijl van een school meest aansluit bij zijn kind.  En gezien de capaciteitsdruk in Gent zagen wij niet direct basisscholen leegstromen … Vandaar dat wij de campusvoorrang verdedigd hebben, alleen moest deze voor de coalitiepartners gemedieerd worden door LOP basisonderwijs én LOP secundair onderwijs.  Er zijn gemeenten waar de LOP’s wel tot een akkoord zijn gekomen en er dus wel een campusvoorrang is, maar ze zijn schaars.
Binnen het LOP moet er ook beslist worden met een dubbele meerderheid.  Dit wil zeggen een meerderheid bij de onderwijspartners én een meerderheid bij de niet-onderwijspartners.  Voor LOP basisonderwijs vindt u de samenstelling op deze plaats en voor het LOP secundair onderwijs vindt u de samenstelling op deze plaats.  Ook de werking van de LOP’s wil N-VA de volgende regeerperiode, als ze er de kans toe krijgt, herbekijken.  We denken immers dat niet iedereen zicht vertegenwoordigd voelt door de huidige samenstelling.
Afsluitend en zeer concreet : Ja N-VA wil het inschrijvingsdecreet aanpakken, vereenvoudigen en ervoor zorgden dat ouders terug de vrijheid krijgen die ze willen.

 Dinsdag 15/4: SP.a voorzitter Bruno Tobback stuurt een 2de antwoord namens de SP.a
Dank voor uw mail van 16 maart over de problemen met het inschrijvingsdecreet. Ik merk dat u zich zorgen maakt over de toekomst van uw zoon en laat u alvast weten dat ook wij meer dan begaan zijn met een uitmuntend onderwijs voor iedereen. Op basis van de informatie van het kabinet van Onderwijs, kan ik deze verduidelijking meegeven.
Een school gelegen binnen het werkingsgebied van een Lokaal Overleg Platform (LOP) én met scholen op één campus (eenzelfde of aaneensluitende kadastraal percelen of gescheiden door hetzij maximaal twee kadastrale percelen hetzij een weg) kan er voor kiezen bij de overgang van het basisonderwijs naar de eerste graad gewoon secundair onderwijs of het buitengewoon secundair onderwijs voorrang te verlenen aan de leerlingen uit de basisschool. Om deze voorrangsregeling te kunnen hanteren, moet het LOP secundair onderwijs er haar goedkeuring aan verlenen bij dubbele meerderheid na positief advies bij meerderheid van het betrokken LOP basisonderwijs. Dit is decretaal bepaald.
Het klopt dat de beide scholen van het Sint-Barbaracollege op dezelfde campus liggen. Helaas is er geen campusvoorrang toegestaan in de Gentse scholen. In het LOP basisonderwijs werd die mogelijkheid weggestemd. De leden van het LOP basisonderwijs gaven een positief advies voor het inrichten van een campusvoorrang in het buitengewoon onderwijs, maar een negatief advies voor het inrichten van een campusvoorrang in het gewoon onderwijs. De motivering van deze beslissing kunt u lezen in het verslag van de Algemene Vergadering van 28 mei 2013, terug te vinden op de website van het LOP (www.lop.be). 
In het LOP secundair onderwijs werd campusvoorrang in het gewoon onderwijs niet meer besproken aangezien in beide LOP’s een positief advies nodig is. Om deze reden wordt geen voorrang verleend aan leerlingen van het basisonderwijs en dient u uw zoon volgend schooljaar aan te melden voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2015-2016.

Woensdag 16/4: Antwoord van Open VLD (Diederik Pauwelyn, stafmedewerker)
Open Vld heeft van in het begin kritische bedenkingen gehad bij het inschrijvingsdecreet van de Vlaamse regering. Onnodig ingewikkeld, camouflage voor kamperende ouders, bedenkelijke manier van tot stand komen, continue wijzigen, enz. Om die reden wenst Open Vld dat er in de volgende legislatuur een grondige evaluatie van het decreet komt zodat de pijnpunten kunnen aangepakt worden. Het element dat u aandraagt, is daar één van. Dus ja, Open Vld is bereid om na de voormelde evaluatie ook op dat punt het decreet te wijzigen.

*alle partijen? Ik heb alleen die partijen aangeschreven die in het Vlaams Parlement vertegenwoordigd zijn. Ook LDD. Van LDD kreeg ik geen antwoord.